ALGEMENE INFO
SmartVmZ is ingericht o.b.v. het verpleegkundig proces. In de ANAMNESE worden op basis van observaties en validaties door een wijkverpleegkundige (potentiële) gebieden vastgelegd.
De (potentiële) gebieden die zijn vastgelegd daarbij wordt bij RESULTAAT ANAMNESE aangegeven wat met een gebied moet gebeuren, wordt deze opgenomen in de indicatie of wordt deze geparkeerd of niks mee gedaan.
In de INDICATIE worden de gebieden getoond die in resultaat anamnese op ‘ja’ zijn gezet. Er wordt een gebiedsmeting, doelen en acties vastgelegd. De wijkverpleegkundige kan hier ook aangeven wat verwacht wordt van de uitvoerende zorgverlener op het gebied van vastleggen van rapportages en metingen. Als alle gegevens zijn ingevoerd, genereert de wijkverpleegkundige een zorgplan.
Het ZORGPLAN bestaat uit de zorgmomenten die uitgevoerd moeten worden. Alle acties die in de indicatie zijn benoemd, worden gekoppeld aan zorgmomenten. Per zorgmoment wordt de duur, minimale deskundigheid en financiering ingevoerd. Ook zal de wijkverpleegkundige een toelichting op de uitvoering geven hoe de zorg uitgevoerd moet worden. Als het zorgplan compleet is, wordt deze definitief gemaakt en hiermee ook de budgetperiode definitief gemaakt. De zorgmomenten worden ook automatisch klaargezet in de werkvoorraad van de planning van de betreffende organisatie / zorgverleners. Het evaluatiemoment wordt ook direct in de agenda van de betrokken wijkverpleegkundige gepland.
Voordat de indicatie / zorgplan wordt aangepast moet de EVALUATIE worden uitgevoerd. De wijkverpleegkundige kan aangeven welke gebieden er in de evaluatie opgenomen moeten worden. Als er een doel behaald is of acties zijn afgerond, wordt dit direct in de evaluatie aangegeven. De anamnese kan vanuit de evaluatie ook geopend worden, om direct de toevoegingen te kunnen vastleggen die zijn geconstateerd. Zo wordt het verpleegkundig proces steeds cyclisch doorlopen.
ANAMNESE
De anamnese is in SmartVmZ een verzameling van alle observaties (analyses) die ook gevalideerd kunnen worden en waar (potentiële) gebieden vastgelegd kunnen worden waar aandacht aan besteed moet worden.
Het is ook een stuk in het dossier dat steeds weer aangevuld wordt met nieuwe informatie, dus een dynamisch gedeelte in het cliëntdossier.
De observaties kunnen door de wijkverpleegkundige zelf worden onderverdeeld in onderwerpen die men zelf kan vastleggen. Als er informatie moet worden toegevoegd dan kan dat ook per onderwerp met een nieuwe observatiedatum vastgelegd worden. Zo blijft de anamnese overzichtelijk en is de voortgang goed te volgen.
RESULTAAT ANAMNESE
De resultaat anamnese daar wordt aangegeven wat er met welke gebieden die in de anamnese zijn geobserveerd moet gebeuren.
- Ja = in indicatie verder uitwerken
- Nee = wordt niks mee gedaan
- Parkeren = wordt nu niks mee gedaan, zal wel terugkomen in de evaluatie om dan opnieuw te beoordelen
Door deze stap in het verpleegkundig proces te doorlopen, is het mogelijk om bij de anamnese een volledige observatie te doen en dan later te bepalen of dit daadwerkelijk in het zorgplan opgenomen moet worden.
INDICATIE
De gebieden die in de indicatie getoond worden zijn bij de anamnese geselecteerd en bij resultaat anamnese is aangegeven dat het gebied opgenomen moet worden in het zorgplan (actie staat op ja in de resultaat anamnese).
- Als er nog geen zorgplan bij de cliënt bekend is, dan mogen er nog ingangsdata gebruikt worden die langer dan 14 dagen terug gaat. Als er wel al een definitief zorgplan gemaakt is, dan kunnen de aanpassingen maximaal 14 dagen terug ingaan.
ZORGPLAN
Als enige ECD heeft SmartVmZ de indicatie en zorgplan gescheiden. Hierdoor is het voor de wijkverpleegkundige mogelijk om zelf zorgmomenten samen te stellen, de uitvoering voor de zorgverleners duidelijk per zorgmoment aan te geven en de tijdsduur per zorgmoment in te schatten a.d.h.v. de acties die gekoppeld worden. Er hoeft daardoor niet meer per actie een tijdsduur opgegeven te worden. Een ander belangrijk aspect van deze inrichting is dat de wijkverpleegkundige de regie heeft over welke zorg er ingezet wordt. Als dit structureel verandert, dan moet de organisatie / zorgverleners contact opnemen met de wijkverpleegkundige om het zorgplan aan te passen. Ad hoc afspraken kunnen door organisaties en zorgverleners altijd nog wel ingepland worden. Maar om de juiste zorg te leveren legt SmartVmZ meer regie bij de wijkverpleegkundige omdat de in hun volledige rol de indicatie/zorgplan opstelt, maar ook de zorg monitort, evalueert en organiseert.
- Bij het opstellen van het zorgplan heeft de wijkverpleegkundige volledige vrijheid. Zorgmomenten kunnen worden samengevoegd, verwijderd, nieuw worden aangemaakt en gekopieerd.
- De acties die gedefinieerd zijn in de indicatie worden bovenin het scherm weergegeven en wordt geteld hoeveel acties er zijn opgenomen in de bestaande zorgmomenten. Dit is een hulpmiddel zodat gecontroleerd kan worden of alle uit te voeren acties opgenomen zijn in de zorgmomenten of dat dit juist teveel is gebeurd.
- Indien in dit scherm geconstateerd wordt dat de indicatie niet correct is, dan moet eerst het concept zorgplan worden verwijderd, alvorens de indicatie aangepast kan worden. Als het zorgplan definitief is gemaakt (actueel), dan kan deze niet meer verwijderd worden.
EVALUATIE
In het verpleegkundig proces is evaluatie een belangrijk onderdeel. Het evaluatiemoment wordt automatisch door SmartVmZ in de agenda gepland van de betrokken wijkverpleegkundige. Klik op onderstaande afbeelding om deze te vergroten. Let op de volgende aandachtspunten:
- Vul alleen een datum in bij ‘Doel behaald op’ als het doel daadwerkelijk is behaald, het gebied en de aan dit gebied gekoppelde acties worden dan automatisch afgesloten.
- Wijzig de datum bij acties ‘Afgerond op’ als de actie daadwerkelijk moet worden afgesloten. Als de actie nog doorloopt maar met een andere frequentie hoeft hier ook de actie niet te worden afgesloten, laat dan ook de datum die er staat gewoon staan.
- Zorg dat de datum, tijdstip en duur van de evaluatie is ingevuld conform de werkelijkheid. Deze informatie wordt ook gebruikt voor de declaratie van de uren. Indien de evaluatie niet gedeclareerd moet worden, zet dan bij duur een 0 (nul) neer.
- Zorg dat de status van de evaluatie op ‘afgerond’ staat als deze voltooid is.
- Gebruik de link ‘Ga naar anamnese’ om deze direct aan te vullen. Nadat de evaluatie is afgerond, kan dan vanaf de anamnese conform de verpleegkundig proces (cyclus) het proces vervolgd worden.
WAT TE DOEN NADAT DE EVALUATIE IS AFGEROND?
Nadat de evaluatie is afgerond en het zorgplan moet worden aangepast, doe dat dan in de onderstaande volgorde (verpleegkundig proces):
- Ga naar ANAMNESE (vul de observaties aan, valideer de observaties en selecteer nieuwe gebieden. Bestaande gebieden hoeven niet opnieuw te worden aangemaakt. De anamnese is een gedeelte wat steeds door de wijkverpleegkundige kan worden aangevuld.
- Ga naar RESULTAAT ANAMNESE en wijzig waar dat nodig is.
- Ga naar de INDICATIE en wijzig deze waar nodig. Bestaande gegevens kunnen niet meer aangepast worden, daarom is het mogelijk om deze ‘oude’ doelen, acties en rapportage / metingen te kopiëren. Doe de wijzigingen altijd in volgorde van ‘Meting/Doel’ aanmaken, acties aanmaken, rapportages/metingen aanmaken.
- Als de indicatie is uitgewerkt, ga dan naar de knop ‘Genereren concept zorgplan‘
- Kies voor ‘Concept zorgplan aanmaken‘ als de acties in de indicatie apart wil tonen om deze daarna te koppelen aan zorgmomenten in het zorgplan.
- Kies voor ‘Kopie zorgplan aanmaken‘ als er een kopie van het laatst actuele zorgplan gemaakt moet worden die dan daarna aangepast kan worden.
- Ga naar het ZORGPLAN en definieer de zorgmomenten met daarin de juiste acties. Bovenin het scherm wordt bijgehouden of alle acties in de indicatie gekoppeld zijn aan zorgmomenten. Als alles correct is ingevoerd (controleer dit dubbel!), klik dan op de knop ‘Budget aanmaken’. Controleer nogmaals of het zorgplan goed is. Nadat het budget is aangemaakt, worden zorgmomenten van het zorgplan automatisch klaargezet voor de zorgverleners / planners.